top of page

Bent u van (str)Aat? In Lessin' zit het erin!

Bijgewerkt op: 24 jul. 2021

De figuurlijke betekenis die men vaak geeft aan "van straat zijn", heeft niets met dit artikel te maken. Hopelijk vergeeft u me de literaire vrijheid. Ook nu weer heeft ieder woord van de titel van dit artikel zijn betekenis. Als het niet de figuurlijke is, moet het haast de letterlijke zijn.


Als u het uithoudt tot het einde, komt u er vanzelf achter...


Installatie om boten te laden

Ath is bij veel Vlamingen enkel bekend voor het nabijgelegen Pairi Daiza van Marc Coucke (die trouwens "maar" 30% van de aandelen heeft). Vervlaamste namen voor Waalse steden vind ik trouwens verfoeilijk en vice versa ook.

 

Waarheen loopt die straat dan?

Net over de taalgrens, op een steenworp van Geraardsbergen naar Ath en Lessines. Daar waar de Vlaamse Ardennen overgaan in "Pays des Collines", midden in WAPI (Wallonnie Picarde). Wat mij betreft één van de meest onderschatte, mooiste en meest interessante streken van het land!


De geschiedenis van de steenkoolbekkens in Vlaanderen en Wallonië is gemeenzaam bekend. Verschillende sites zijn gerestaureerd en toegankelijk voor het publiek. Op deze site vindt u verschillende artikels daarover.


De verwijzing naar de straat is eigenlijk onvolledig. Want in de streek van Ath en Lessines (en ook in Soignies) wordt al eeuwenlang een grondstof gewonnen die niet enkel in de wegenbouw gebruikt wordt maar ook vele toepassingen kent in de particuliere huizenbouw namelijk porfier of "blauwe steen".

Meer dan 100j was deze streek de bakermat van de Belgische blauwe steen

De kans is zeer reëel dat de boordstenen in uw straat, de terrastegels achter uw huis of de richel onder uw raam afkomstig is uit één van de steengroeven in Henegouwen. Er zijn nog steeds enkele winningen open, maar zeker wij Vlamingen zijn heel weinig bekend met deze industrie en de gevolgen ervan voor streek en natuur.


De regio heeft ook nog wel wat andere troeven. Daar ontdekt u alles over hieronder.

 

Château d'Attre

Kastelen zijn er veel, daar is de sectie www.topbestemmingbelgie.be/castlewalk het bewijs van, maar er zijn er niet zo heel veel die u kan bezoeken. Net voor onze immersie in het verleden van de blauwe steen, maken we nog een stop in Attre.


GPS: Avenue du château 8, 7941 Brugelette of klik hier


In de schaduw van Pairi Daiza staat dit neoclassistische 18de eeuwse kasteel. Het unieke is dat het zijn rococo interieurs heeft weten te bewaren. De Dender doorsnijdt het park van 17ha waar u o.a. ook een kunstmatige rots vindt (naar analogie met le Trianon in Versailles) met uitkijkplatform en een vervallen uitkijktoren. Alleen diende deze rots voor de jacht.... Juist...


Het kasteel wordt vandaag nog steeds bewoond door nazaten van François- Philippe Franeau d’Hyon, graaf van Gomegnies. Ook Aartshertogin Marie Christine van Oostenrijk verbleef hier regelmatig voor jachtpartijen.

Iedere zondag zijn het kasteel en park toegankelijk. In april 2021 bedraagt de inkom 8€ per volwassene. Zeker bij mooi weer een stop meer dan waard! Alle info op hun website.
 

Carrière de la Dendre en du Congo - musée de la Pierre

Amper 5km verder in het gehucht Maffle liggen de overblijfselen van een voormalige steengroeve. Ze werd reeds in de 18de eeuw gesticht en is verlaten sinds 1951.

GPS: Chaussée de Mons 419, 7810 Ath of klik hier. Let goed op want u moet een kleine afslag nemen, vervolgens voor de parking van een winkel doorrijden en dan de weg volgen naar achteren (bewegwijzerd).


Er is een klein maar boeiend museum gevestigd in de voormalige burelen en het huis van de eigenaar, Jean-Baptiste Durieux. De groeve zelf is vol water gelopen en wordt gebruikt door duikers. Er is een bewegwijzerd wandelpad van 3.5km dat u langs de wegeltjes leidt waar de rotsblokken gezaagd en bewerkt werden.


Op een schilderij in het museumpje ziet u duidelijk hoe de rotsblokken via een primitieve weg naar boven werden gebracht.

Aan de rand van de steengroeve kunt u uw wagen gratis parkeren. De aandacht wordt getrokken door twee kleine gebouwtjes. Die dienden vroeger als kalkoven waarin kalksteen werd verbrand om zo gebluste kalk te bekomen.

 

Werkomstandigheden van de steenhouwers

In het museum krijgt u een goede indruk van het harde leven van de steenhouwers die eigenlijk zowel lastpaarden als kunstenaars waren. De stenen werden uitgezaagd en met man- en paardenkracht naar boven getrokken. In het begin van de 20ste eeuw werden primitieve rails aangelegd waarop wagons met een lier naar boven werden getrokken.


Naar omstandigheden werden de steenhouwers vrij goed betaald. Vaak werden ze verloond per afgewerkt stuk. Ze werkten ook "maar" 7u per dag wat de helft minder was dan de werkdag van een mijnwerker eind 19de begin 20ste eeuw.



Steen werd volledig bewerkt in open lucht. De meeste bewerkingen gebeurden met de hand, het polijsten gebeurde machinaal. De steenhouwers maakten met riet een geïmproviseerd afdak als bescherming tegen zon en regen. In de 20ste eeuw namen golfplaten de plaats in van het riet. Voor het "fijne" werk gebruikte men.... houten hamers in tropisch hardhout. Die wogen lichter en waren zeer stevig. De eindresultaten zijn vaak echte kunstwerken.


De veiligheidsschoenen van die tijd waren houten klompen. In deze regio waren er dan ook heel wat klompenmakerijen als afgeleide van de steengroeven.

 

Industrialisatie van de steenwinning

Achter het gebouw ziet u op het eerste zich een hoop stort liggen. Het zijn echter erfstukken uit verschillende steengroeven die hier zorgvuldig bij mekaar gebracht zijn als herinnering aan de hoogdagen van de steenwinning.

Achter aanzicht van de burelen van de steengroeve

Wat vooral opvalt, zijn de stoomkraan en de rijdende laadbrug. Op deze plek werden de blokken bewerkt en vervolgens rechtstreeks op treinwagons geladen. Beide werktuigen stonden oorspronkelijk in andere steengroeven.



Vandaag zijn deze eertijds moderne werktuigen slechts verroeste herinneringen aan een ver verleden.

 

Ath

Nu we hier toch zijn, maken we ook in het centrum van Ath een stop. Het is wat men noemt een "centrumstad" zoals bv. Aalst of Lier met alle voorzieningen zoals een station en een ziekenhuis. Ik ontdekte hier toch enkele bijzondere plekken die ik u, mijn beste lezer, niet wilde onthouden.

Zicht op de hoofdstraat van Ath
 

Grote Markt en Kaatsmuseum

Op de Grote Markt van Ath is weinig te zien. Het plein wordt ontsierd door geparkeerde auto's maar tegelijk hebben we een uitvalsbasis voor een korte wandeling.

Grand'Place - Ath of klik hier.


In het stadhuis is ook het kaatsmuseum gevestigd. In Vlaanderen was de sport vooral populair in het Pajottenland waar uw blogger zijn dagen slijt. Meer en meer ploegen verdwijnen echter; ik denk dat er nog een vijftal overblijven.


In de provincie Henegouwen is de sport immens veel populairder en worden de spelers ook betaald. Kaatsen, "jeu de paumes" lijkt een beetje op tennis, maar de bal wordt met de hand naar de tegenstander geslagen en er wordt in ploegen van 5 gespeeld. Bij ons wordt voornamelijk buiten gekaatst maar in Frankrijk en Friesland werden grote hallen gebouwd speciaal voor deze sport, onder andere in de bekende Jardin des Tuileries in Parijs.


Stadhuis en musée national du Jeu de Paumes

De stad Ath heeft hier een klein museum ingericht waar u kennis kan maken met dit erfgoed. Alle info vindt u op hun website.

 

Château Burbant

De naam is misleidend want alles wat er over blijft van dit middeleeuws kasteel is de donjon die Boudewijn IV, graaf van Henegouwen liet bouwen aan de samenvloeiing van de grote en de kleine Dender als verdediging tegen aartsvijand de graaf van Vlaanderen.

Naast een Italiaans restaurant lopen we het kleine rue du Gouvernement in. Er hangt een bordje tegen de muur.

De imposante donjon is 20m hoog met muren van 4m dik. In niet-COVID tijden kan hij bezocht en beklommen worden mits een kleine inkomprijs. Bij mijn bezoek was hij jammer genoeg gesloten. Dit is alles wat er overblijft van een burcht van waaruit de stad is ontstaan in de 12de eeuw.


Achter de toren ziet u de enige resten van de oorspronkelijke stenen stadsomwalling.

 

De reuzen van Ath

Naast kaatsen heeft Ath nog iets zeer unieks te bieden. Op deze website vindt u een artikel over Wetteren waar onder andere de 400j oude reuzen vernoemd worden. Ath heeft ook een eeuwenoude reuzentraditie. De "ducasse", de reuzenstoet is wereldberoemd en gaat al 500j (!) uit op de vierde zondag van augustus.


Er nemen niet enkel reuzen deel aan de stoet maar ook praalwagens. Drager van de reuzen die tussen 115 en 130kg wegen, wordt men van vader op zoon! Sinds 2005 is de stoet door UNESCO erkend als immaterieel werelderfgoed.


In 2000 werd het "Maison des géants" geopend waar u alles te weten komt over het maken van reuzen en de geschiedenis ervan.

U vindt het Maison des géants in de rue de Pintamont 18 of klik hier



Alle informatie vindt u op de website.


Hiermee sluiten we ons bezoek af aan Ath.  Er is ook nog een Galloromeins museum te bezichtigen maar persoonlijk heb ik veel minder interesse voor deze periode en heb ik het daarom niet bezocht.
 

Lessines

Als fotograaf ben ik niet echt geïnteresseerd in zogenaamde "urbex" locaties. Dat zijn leegstaande en vaak verwaarloosde gebouwen waar mensen dan vaak illegaal binnengaan om foto's te nemen.


In Lessines struikel je echter bijna over zulke locaties; daarom hou ik aan mijn bezoek vooral een herinnering over van "mooi door lelijkheid".


 

Château de la Morlière

Op toeristische websites vindt u over Lessines bijna uitsluitend informatie over het Hôpital Notre Dame à la Rose. Dat bezoeken we natuurlijk ook. Net voor u Lessines binnenrijdt, kan u er niet naast kijken.

In de deelgemeente Ollignies langs de N57, vindt u dit totaal verlaten kasteel hier


Van de 15e tot de 18e eeuw was dit kasteel eigendom van de Belgische prinselijke familie De Ligne. Vervolgens is het in verschillende andere handen overgegaan tot het in 1882 gekocht werd door de zusters Bernardinen die er een klooster en een pensionaat stichtten. In de jaren 1960 was er nog enkele jaren een commerciële onderneming gevestigd. Het staat nu al jaren te verkommeren....

 

Voormalige steengroeven

In Lessines is er nog steeds een werkende steengroeve die de komende jaren haar activiteiten zal uitbreiden.


De 18de en 19de eeuwse steengroeven zijn teruggegeven aan de natuur. Het spreekt vanzelf dat ze niet zomaar te bezoeken zijn vanwege de veiligheid. Echter, ik ontdekte een plek waar u in alle veiligheid een mooie blik kan werpen en een idee krijgen van de omvang van deze industrie.

GPS: chaussée Gabrielle Richet, ter hoogte van huisnr. 193 vindt u een verkeersbord. U kan hier veilig parkeren van de straat af.


U zult zien dat er een plaats is waar u over de stenen muur heen kan kijken. U krijgt daar een prachtig zicht over de vroegere steengroeve en de wilde pracht van de natuur die de groeve opnieuw heeft overgenomen.


Er zijn enkele wandelingen voor vrij geoefende wandelaars. Stevige stapschoenen zijn aangeraden. Een voorbeeld vindt u hier.


Er waren tot in de 19de eeuw wel 21 steengroeven in Lessines waar ongeveer 5000 arbeiders werkten

 

Hôpital Notre Dame à la Rose


Dit prachtige en misschien minder bekend erfgoed staat op de UNESCO lijst en er bestaan tal van websites waar u info kunt vinden; ik geef ze verder in de tekst mee. Deze bijdrage heb ik dan ook beperkt tot een samenvatting, enkele persoonlijke indrukken en foto's.


Uw bezoek dient u in april 2021 online te reserveren via de website (zie onder de foto's). De kruidentuin die diende voor de apotheek kan u vrij bezoeken. Omdat fotograferen binnen niet werd toegelaten, heb ik het interieur niet bezocht.


Het is bijzonder te noemen dat net de Grootbaljuw van Vlaanderen, Arnulf IV van Oudenaarde en zijn echtgenote aan de basis liggen van dit 13de-eeuwse hospitaal.


De evolutie van de gebouwen en de exploitatie ervan door zowel leken als religieuzen vindt u uitgebreid op de website van het hospitaal.


Gedurende 750j was dit gebouw onafgebroken een ziekenhuis. In 1980 verlieten de laatste patiënten het gebouw.

 

Le Truc - laadinstallatie voor binnenschepen

Op twee stappen van het hospitaal vindt u langs de Dender een stukje industriële archeologie dat staat te verkommeren.


Tussen 1922 en 1980 werden hier dagelijks schepen geladen. Met lopende banden werd de steenslag hier met treintjes aangevoerd rechtstreeks uit de steengroeven. De binnenschepen legden hier aan en met buizen (gedemonteerd) werd het steenslag rechtstreeks in de schepen gestort.


Wandel zeker eens rond op deze speciale plek waar twee armen van de Dender samenkomen. U ziet aan de overkant ook nog restanten van oude graansilo's die deels tot loft geconverteerd werden.

Topbestemming België wenst u een aangename en leerzame dag toe in het spoor van de blauwe steen!

Bevalt deze blog u? 

Mag ik u vragen om nog enkele minuten van uw tijd te spenderen om kennis te maken met de blogger via de link DE FOTOGRAAF | PeVe Visuals? Het zou me veel plezier doen uw fotograaf te mogen zijn tijdens een fotoshoot!




483 weergaven

Gerelateerde posts

Alles weergeven
bottom of page